
De alfaprinses
Celina, de stoere dochter van de alfakoning, is in alle opzichten sterk, behalve in de liefde. Nadat haar partner tijdens een een onvoorstelbare tragedie om het leven kwam toen ze nog maar achttien jaar oud was, heeft ze jarenlang de jaarlijkse Claimingsceremonie, waar wolven hun voorbestemde partner zoeken, moeten bijwonen. Dit jaar, omdat ze geen partner aan haar zijde heeft, stelt de Beestenraad haar een ultimatum: als Celina niet wordt geclaimd, zal er een partner voor haar worden gekozen, of ze dat nu leuk vindt of niet. Celina probeert haar plicht, verlangen en eigen kracht te balanceren, in een wereld die haar lot cvoor haar wil bepalen. Lees nu dit spannende verhaal over macht, veerkracht en verboden liefde.
Hoofdstuk 1
CELINA
Mijn hakken tikken luid op de betegelde vloer terwijl ik door de gang loop. Iedereen die ik voorbij loop, slaat zijn ogen neer en ontwijkt mijn blik.
Ik kan het ze niet kwalijk nemen. Mijn reputatie maakt hen nerveus. Ik straal zelfvertrouwen uit, wat zelfs de sterkste alfa onzeker maakt.
De meesten zijn verbaasd me hier te zien. Ik kom hier niet vaak. Dat is al zo sinds mijn 18de verjaardag—een dag die ik nooit zal vergeten.
De dubbele deuren vliegen met veel geluid open wanneer ik ze open duw, tot mijn ergernis. Ik glip liever stilletjes naar binnen. Op die manier kan ik ongemerkt weer wegsluipen zodra ik weet waarom ik hierheen moest komen.
Drie van de vijf mannen aan tafel schrikken op wanneer ik binnenkom.
Mijn vader en een van de gasten verroeren zich niet, terwijl Xander, mijn broer, zijn ijsblauwe ogen op mij richt met een uitdrukkingsloos gezicht, op zijn kwade blik na. Xander ziet er geïrriteerd uit; hij vindt het waarschijnlijk niet fijn zo van zijn stuk gebracht te worden in het bijzijn van onze gasten.
“Je moet die deur eens laten maken,” zeg ik tegen mijn vader.
Hij schudt zijn hoofd terwijl er een zwak glimlachje om zijn lippen speelt en zijn grijze krullen geamuseerd mee stuiteren, waarna hij gebaart dat ik moet gaan zitten op de lege stoel naast Xander. Zo zit ik tussen hem en de bèta van mijn vader, Zeke, in.
Zeke is even oud als ik. Hij heeft goudblond haar en levendige hazelnootkleurige ogen. Zijn volle lippen passen perfect bij zijn serieuze gezicht. Zeke is ook de beste vriend van mijn broer.
Mijn broer trekt tot mijn verrassing mijn stoel dichter naar hem toe. Ik kijk hem vragend aan van achter mijn donkere haar, maar een doordringende blik doet me opkijken naar de overkant van de tafel.
Ik kan zien dat hij zijn dominantie probeert af te dwingen. Dit weet ik omdat elk mannetje hier aanwezig zijn nek ontbloot als teken van onderwerping.
Xander geeft me een duwtje tegen mijn arm, waardoor ik met mijn ogen rol en mijn nek ontbloot uit respect. Er zijn maar weinig mensen op deze wereld die mijn vader dit kunnen laten doen, en je maakt hen maar beter niet kwaad.
Zodra de man zich ontspant en zijn ogen een warme goudkleur aannemen, gaat mijn vader weer rechtop zitten, wat een teken is dat wij dat ook kunnen doen. “Mijn excuses voor mijn dochters late aankomst,” zegt hij. “Haar vliegtuig had vertraging en ze is rechtstreeks van het vliegveld hierheen gekomen.”
De man kijkt me kritisch aan. “Is dit wat je in een vliegtuig draagt?”
“Ik had eigenlijk een joggingbroek aan,” antwoord ik. “Ik heb me omgekleed op de achterbank van de auto. Mijn vader stond erop dat ik me netjes moest kleden voor de vergadering van vandaag.” Ik steek mijn hand uit. “Mijn naam is Celina, eerste dochter van de alfakoning.”
Bij het horen van mijn titel, kijkt de laatste man tegenover me naar me op. Hij strijkt afwezig met zijn hand door zijn koperen krullen en recht zijn rug, zijn gouden ogen groot terwijl hij me in zich opneemt.
Tot mijn verrassing pakt hij de hand die ik zijn buurman aanbied, maar in plaats van hem te schudden, geeft hij er een kus op.
Ik houd mijn gezicht neutraal terwijl hij mijn hand loslaat. Dit is niet ongebruikelijk. Het heeft zo zijn voordelen om de dochter van de alfa te zijn. Een voorbeeld daarvan is dat ik een feromoon afgeef dat alle mannen naar mij doet verlangen. Dit verhoogt mijn kansen op voortplanting.
Het is ook erg vervelend om precies die reden.
De man die mijn hand kuste, neemt het woord. “Aangenaam kennis te maken, Celina. Ik ben de lycankoning Exzecial. Dit is mijn tweede zoon, prins Ruben. Mijn andere zoon, Christopher, komt eraan.”
Ik knik en ontbloot mijn nek, zoals het hoort. “Aangenaam kennis te maken, koning Exzecial.”
Mijn vader schraapt zijn keel, hij voelt zich nooit op zijn gemak bij de aandacht die ik krijg. “Celina, wat heb je ontdekt?”
Zijn voorbeeld volgend, haal ik mijn telefoon tevoorschijn en geef hem aan mijn vader. ”Mijn excuses voor het gebrek aan professionaliteit—ik heb dit in het vliegtuig in elkaar geflanst,” zeg ik.
“Er zijn ernstige aanvallen geweest op de geïsoleerde roedels aan de zuidelijke grenzen van de VS, voornamelijk bij de kustlijn. Ik heb bewijs gevonden dat lycans er iets mee te maken hebben.” Ik kijk vluchtig naar Exzecial.
“De stedelijke roedels lijken alleen tijdens volle maan te worden aangevallen, voornamelijk wanneer ze buiten aan het rennen zijn. Deze wolven zijn bijna nooit in groepjes van meer dan drie wanneer ze worden aangevallen. De afgelegen dorpen worden enkele seconden nadat ze om hulp roepen, al neergehaald.
“De aanvallen in de noordelijke gebieden zijn minder frequent maar gewelddadiger. Zelfs de stadsroedels worden uitgeroeid voordat er hulp kan komen. Ik vermoed dat lycans bij deze aanvallen een grotere rol spelen dan bij die in het zuiden.”
Ik veeg over het scherm naar een foto en geef mijn telefoon aan de lycankoning voordat hij iets kan zeggen. “Elke aanval is meedogenloos, verwoestend en laat geen overlevenden over. Dat kan ik niet zeggen van onze zuidelijke roedelgenoten.”
“Ik heb de lokale weerwolfautoriteiten op de hoogte gebracht van de aanvallen. Ze zullen samenwerken met de hogere menselijke autoriteiten om de aanvallen onder de radar te houden om hen tijd te geven zich voor te bereiden als de aanvallen zich zouden uitbreiden naar de menselijke samenleving. Het lijkt onwaarschijnlijk, maar gezien hoe verschrikkelijk deze aanvallen zijn, is het beter dat ze ervan op de hoogte zijn.”
koning Exzecial scrolt snel door de foto's. “Dit bevalt me niet,” zegt hij, terwijl hij de telefoon aan zijn zoon geeft. “Aan de schade te zien, zou ik zeggen dat je een correcte inschatting hebt gemaakt.” Hij kijkt me opnieuw onderzoekend aan. “Is deze taak niet beter geschikt voor de gamma van de koning?”
“Gamma Lucious is momenteel aan het herstellen, dus ik neem zijn taken tijdelijk over,” leg ik uit, terwijl ik mijn telefoon terugpak van Ruben. Hij knipoogt naar me, wat ik negeer. “Ik heb deze foto's ook naar je telefoon gestuurd, vader.”
De lycankoning houdt zijn hoofd schuin. “Ik was me niet bewust van aanvallen op Zijne Majesteit.”
Mijn vader grijnst en kijkt weg, waardoor ik moet antwoorden. Ik geef mijn vader een licht geïrriteerde blik voordat ik antwoord geef.
“Ik was de reden voor zijn onverwachte verblijf in het ziekenhuis, dus het spreekt vanzelf dat ik zijn rol overneem tot hij beter is.”
Ik haal mijn schouders op alsof het niets bijzonders is voordat ik me tot mijn vader richt. “Ik heb al twee legertroepen richting Zuidoost-Texas gestuurd. Ik geloof dat ze daar één van hun schuilplaatsen hebben.”
“Er zijn geen aanvallen geweest in Zuidoost-Texas,” werpt Exzecial tegen.
Ik kijk hem recht in de ogen. “Precies. Er zijn aangevallen geweest op alle andere plaatsen, dus waarom daar niet? Ze proberen geen aandacht op zichzelf te vestigen.”
Mijn vader knikt goedkeurend, terwijl ik mijn blik op de lycankoning gefixeerd houd. Hij kijkt als eerste weg en wendt zich tot mijn vader.
“Is je dochter altijd zo... pittig?”
Mijn vader glimlacht trots. “Ze zou de dochter van een alfa niet zijn als ze dat niet was. Ik hou je op de hoogte, Celina.”
Xander mengt zich in het gesprek. “Ik zal ervoor zorgen dat onze mannen voorbereid zijn op eventuele overlevenden.”
“Zorg dat ze paraat staan. koning Exzecial, voel je vrij om zoveel hulp te verlenen als je maar wilt,” zegt mijn vader net terwijl zijn telefoon trilt. Hij kijkt ernaar. “Ah, het lijkt erop dat je oudste zoon net is aangekomen.”
“Laat hem meteen hierheen komen,” zegt Exzecial. “Onze vrouwen zijn nog steeds het Maanlichtbal aan het bespreken, dus ik zal nog even wachten met hen te storen.”
Klinkt ouderwets, toch? Dit is het laatste jaar waarin ik deelneem aan deze belachelijke traditie, maar ik zal nooit kunnen ontkomen aan dat verdomde bal—met dank aan mijn familie.
Mijn vader grijnst. “Ik heb gehoord dat je familie dit jaar komt. Gaan je zonen deelnemen?”
Exzecial grijns terug. “Ruben en Christopher zullen aanwezig zijn op het bal, maar geen van beiden is van plan deel te nemen aan de Claiming.”
Ik slaak in stilte een zucht van opluchting. Weerwolven kan ik wel aan. Lycans zijn echter een heel ander verhaal.
Lycans vinden maar zelden hun voorbestemde partners, dus kiezen ze meestal een lycan als partner. Toch gebeurt het soms dat ze deelnemen aan de Claiming. Het kan me niet schelen of ze volgend jaar willen deelnemen, alleen niet dit jaar.
Mijn vader knikt. “Ik weet zeker dat er een paar vrouwelijke wolven teleurgesteld zullen zijn als dat het geval is. Maar ik denk dat alle mannetjes op twee oren zullen kunnen slapen.”
Exzecial wendt zich tot mijn broer. “En jouw familie?”
“Mijn twee jongsten hebben hun partners al gevonden,” antwoordt mijn vader. “Xander is de enige die dat nog niet heeft gedaan, en hij zal dit jaar deelnemen, samen met Celina.”
Dat trekt de aandacht van de lycankoning. “Ik dacht dat Xander de enige was zonder partner. Waarom doet zij mee?”
Ik neem het woord voordat iemand anders dat kan. “Om gepaard te zijn, moet mijn partner in leven zijn.”
Alle mannen in de zaal verstijven wanneer ik opsta en de kans grijp om weg te gaan. Ik sta op en kijk naar hen. “Gezien het huidige gespreksonderwerp, zal ik me moeten verontschuldigen.”
“Celina, ik zou het echt op prijs stellen als je bleef,” zegt koning Exzecial snel.
Ik kom tot stilstand, maar blijf mijn blik op de tafel gericht houden. Hij geeft me geen bevel, maar het zou als zeer respectloos worden beschouwd als de alfaprinses het verzoek van de lycankoning zou afwijzen. Het zou zelfs een reden voor oorlog kunnen zijn.
Ik betwijfel of dat zou gebeuren als ik zou weigeren, maar ik wil het risico op afkeuring van mijn vader niet nemen. Eén woord van hem, en ik zit vast als alfakoningin.
“Wat heb je nog meer van mij nodig, meneer?” vraag ik, mijn stem emotieloos.
“Ik wil weten wat er met je partner is gebeurd.”
Ik bal onbewust mijn handen tot vuisten, terwijl hij zijn aura probeert te gebruiken om me te dwingen te praten. “Waarom wil je dat weten?” vraag ik zachtjes, mijn blik nu gericht op de deur.
“Ik weet graag alles over de mensen met wie ik samenwerk.”
Samenwerk? De lycankoning staat normaal gezien een niveau boven mijn vader. Betekent dit dat hij mijn vader wil helpen dit probleem op te lossen?
Mijn vaders werk draait voornamelijk om weerwolven. Exzecials werk omvat zowel geschillen over weerwolfeigendommen als alles wat te maken heeft met lycans. De lycankoning heeft vast het gevoel dat deze aanvallen onder zijn verantwoordelijkheid vallen.
Hoewel ik me hier bewust van ben, wou ik dat ik deze informatie niet hoefde te delen. De dood van een partner is een persoonlijke kwestie en wordt nooit vergeten. Maar dit is een koning waar ik geen nee tegen kan zeggen.
Na eens diep in te ademen om mezelf te kalmeren, richt ik eindelijk mijn aandacht op hem—en alleen op hem. Mijn broer en vader zijn opvallend stil.
“Op onze achttiende verjaardag veranderden Xander en ik voor het eerst in wolven. We waren aan het rennen, meer aan het leren over het bewaken van de grenzen, en we leerden onze wolven kennen.”
“We waren nog geen vijf minuten in onze wolven veranderd toen we uit elkaar werden gehaald om onze training te beginnen. bèta Logan leerde me hoe ik snel kon veranderen tussen mens- en wolvenvorm. Xander ging met gamma Lucious mee.”
“We waren een uurtje aan het trainen, toen we een melding kregen over roedellozen. bèta Logan probeerde me in veiligheid te brengen, maar we werden aangevallen door twee wolven en één lycan. Ik nam de wolven voor mijn rekening, terwijl bèta Logan achter de lycan aanging.”
“Nadat ik de twee mannelijke wolven had verslagen, draaide ik me om en zag...” Ik pauzeer om mezelf voor te bereiden op wat ik hierna ga zeggen. “Het mooiste paar zilveren ogen dat ik ooit had gezien die in bèta Logans nek beten. Hij... rook naar regen en sequoia.”
Alleen al de herinnering is genoeg en ik krijg meteen een droge mond en voel steken in mijn hart. “Mijn zintuigen werden overweldigd door zijn geur en de intense angst. Het lukte me bijna niet terug te veranderen door mijn wolf die huilde om haar partner.”
“Maar het zien van bèta Logans bloed”—ik begin de knopen van mijn lange maatpakjasje los te maken—“was genoeg om mijn eigen gevoelens voorrang te geven op die van mijn wolf. Ik sprong naar de keel van mijn partner, en we zetten allebei onze tanden in elkaars nek; hij deed het om me te merken, ik deed het om hem te doden.”
“Hij was een lycan, en ik was niet opgewassen tegen hem. Ik was pas voor het eerst veranderd en was nog ongetraind. Op dat moment was ik aan het verliezen, en het enige wat me op de been hield, was woede.”
“Ik slaagde erin me los te wurmen, maar” —ik laat mijn jasje zakken om de lange klauwsporen rond mijn schouder te laten zien—“ik was niet snel genoeg. Hij drukte me tegen de grond en beet in mijn nek.”
Ik veeg mijn haar opzij om de vage littekens daar te laten zien. “Terwijl hij zijn tanden in mijn nek zette, keek ik recht in de ogen van Logan. Hij was al dood. Het gaf me de kracht die ik nodig had om te transformeren.”
“Ik keerde terug naar mijn menselijke vorm en veranderde mijn hand in een klauw. Terwijl hij afgeleid was, scheurde ik zijn keel open en brak vervolgens zijn nek toen hij me losliet.”
Iedereen wordt stil. De lycankoning lijkt sprakeloos, dus maak ik zijn gedachte voor hem af.
“Ja, koning Exzecial, ik was degene die mijn eigen partner doodde.” Ik trek mijn jasje weer aan. “Nou, als je het niet erg vindt, zou ik me nu graag terugtrekken zodat ik kan uitrusten van mijn lange vlucht.”
Mijn vader kijkt teleurgesteld, maar knikt zwakjes. “Laat alsjeblieft je moeder weten dat je thuis bent, Celina.”
Ik knik, buig mijn hoofd lichtjes om mijn nek te tonen, en verlaat dan de ineens stille en ingetogen zaal.
Terwijl ik wegloop, hoor ik mijn vader zich verontschuldigen voor mijn botte gedrag. Ik ben niet in de stemming om over mijn gebroken hart te praten, en dat zal ik ook nooit zijn.
Het is algemeen bekend in de weerwolfwereld dat ik als vervloekt word beschouwd. Elke persoon van wie ik ooit heb gehouden, heeft een verschrikkelijk einde gekend. Het is een van de belangrijkste redenen waarom ik ervoor kies om alleen te zijn.
Maar als vrouwtjeswolf is dat makkelijker gezegd dan gedaan.
“Celina!” gilt een stem.











































