
De achtervolging van de omega
Het leven van Alice is behoorlijk saai: ze gaat naar de middelbare school, kijkt Gossip Girl met haar BFF Sam, en heeft een parttime baan in een eetcafé. Er gebeurt nooit iets opwindends met haar - tot de noodlottige avond waarop ze door een wolf wordt gebeten terwijl ze het afval buiten zet op haar werk. Vreemd genoeg is de beet de volgende ochtend al genezen als ze wakker wordt en voelt ze zich beter dan ooit tevoren. Het probleem is dat zij niet de enige is die haar verbeteringen heeft opgemerkt... Bad-boy Ryder en zijn groep zijn plotseling erg geïnteresseerd in haar, maar waarom?
Leeftijdsclassificatie: 16+.
Hoofdstuk Een
ALICE
De avond is tot nu toe niet verkeerd geweest. Je hebt nu eenmaal goede en slechte dagen, nietwaar? Zondagen zijn hier doorgaans rustig, maar dat is prima zo.
De vaste klanten zijn vriendelijk en geven goed fooi. Zelfs mijn baas, Robbie, valt mee. Hij is een tikkeltje lui en gluurt wat te vaak naar mijn achterste, maar hij betaalt op tijd en laat me extra eten mee naar huis nemen.
Ik werp een blik op de oude, ronde klok aan de muur en voel me wat somber. Nog maar een half uurtje te gaan.
Ik kijk naar de laatste klant, in de hoop dat hij bijna klaar is. Ik pak de koffiepot en loop met een geforceerde glimlach naar hem toe.
'Nog koffie, meneer?' vraag ik, terwijl mijn ogen smeken dat hij nee zal zeggen.
'Nee, dank je, schat,' zegt hij terwijl hij opstaat.
Ik help hem in zijn jas en geef hem zijn paraplu. Hij drukt me een briefje van tien euro in de hand en vertrekt zonder een woord.
Ik stop het geld in de kassa en doe de lichten in het restaurant uit.
Dan loop ik naar achteren, waar de keuken is. Alleen Terry en ik zijn nog over.
Hij tuurt naar het werkrooster aan de muur van het kantoor. Hij ziet er bedrukt uit.
Terry zucht diep terwijl hij naar zijn werkdagen kijkt. Hij werkt al meer dan dertig jaar in het restaurant en heeft nog nooit een dag vrij genomen.
Zijn haar begint grijs te worden, maar hij maakt het lekkerste eten dat ik ooit heb geproefd.
'Hé Terry, de laatste klant is net vertrokken. Zal ik het restaurant voor je afsluiten?'
Terry wuift naar me maar blijft naar het rooster staren. 'Ik sluit de voorkant wel af, maar zou je iets voor me willen doen voordat je weggaat, lieverd?'
Voor ik kan antwoorden, sjouwt Terry zes plastic zakken vol afval aan en zet ze aan mijn voeten.
'Wil je dat ik deze naar de container breng?' vraag ik. Ik til alle zes zakken op, drie in elke hand, en kijk Terry vragend aan.
'Alsjeblieft? Ik zou het enorm waarderen.'
Hij grist zijn jas, zwaait naar me en verdwijnt.
Ik staar verbaasd naar de klapdeur en schud mijn hoofd.
Met de zakken nog in mijn handen ga ik naar buiten en loop naar de container. Ik baal als ik zie dat het pijpenstelen regent.
Ik denk bij mezelf: Geweldig. Bedankt, Terry. Hartstikke bedankt.
Ik klap het deksel van de container open en pak de eerste twee zakken om erin te gooien. Dan hoor ik een zacht grommend geluid achter me in het donker.
Ik verstijf en vraag me af of ik het me verbeeld heb.
Doodsbang klem ik de zakken tegen me aan en draai me om, de vuilniszakken als een zwaard vasthoudend, klaar om uit te halen.
Als ik mijn ogen open, zie ik wat het grommende geluid maakte. Op een paar meter afstand staat de grootste wolf die ik ooit heb gezien.
Ik slaak een angstig geluid en begin langzaam achteruit te schuifelen, terwijl ik de zakken laat vallen. Ik voel mijn rug tegen de container komen en besef dat ik geen kant op kan.
Trillend als een rietje sluit ik mijn ogen, in de hoop dat de wolf me niet als een bedreiging ziet.
Of erger nog, als een lekker hapje.
'Alsjeblieft, doe me geen pijn,' mompel ik steeds tegen mezelf.
Dan open ik mijn ogen en wou dat ik het niet had gedaan.
Zijn ogen zullen me tot in lengte van dagen achtervolgen. Ze zijn vuurrood en kijken me woest aan.
Zijn hele lijf is grijs, met grote plekken waar vacht ontbreekt, alsof het eraf gerukt is.
De wolf zag eruit alsof hij van top tot teen onder de littekens zat. Hoe had hij zo lang kunnen overleven?
Ik doe het enige wat ik kan bedenken. Ik zak door mijn knieën op de kletsnatte grond met mijn hoofd naar beneden, in de hoop dat het laat zien dat ik geen bedreiging vorm.
De wolf huilt luid en springt op me af.
Ik gil als hij me raakt, maar dan rent hij de struiken in en verdwijnt. Ik staar naar waar de wolf naartoe vluchtte en begin hysterisch te lachen.
Ik denk bij mezelf: Wat in hemelsnaam...?
Ik schud mijn hoofd en kom overeind. Mijn werkkleding is compleet naar de knoppen.
Ik bekijk mezelf, en dat is wanneer ik zie dat mijn shirt gescheurd is bij mijn rechter schouder.
Ik vraag me af waarom mijn schouder zo'n pijn doet.
Het zag eruit alsof er een hap uit mijn shirt was genomen.
'Au!' roep ik uit van de pijn als ik mijn schouder aanraak en rood bloed op mijn hand zie.
Ik denk: Bloed! Heeft hij me gebeten!?
Ik kijk wild om me heen, in een poging te bevatten of dat echt is gebeurd.
Doodsbang gooi ik de laatste paar zakken in de container, gris dan mijn tas, sluit af en ga naar huis.
Terwijl ik in het donker naar huis loop, is het opgehouden met regenen. Ik kijk omhoog naar de nachtelijke hemel en zie de volle maan.














































