
Colt
Colt Hudson: gewelddadig, impulsief en gevaarlijk. De ex-leider van de meest beruchte MC die ooit zijn banden op de weg heeft gezet. Ze noemden hem de Duivel.
Hij was echter ook Summers enige hoop op redding.
Summer heeft het perfecte leven: een perfect huwelijk met de perfecte echtgenoot. Dat is totdat hij zijn masker afdoet en het monster eronder zichtbaar wordt. Wanhopig om van hem weg te komen, trekt ze de aandacht van de beruchte Colt Hudson, ex-leider van de gevaarlijke Vipers MC. Zal Summer, gevangen door de greep van haar monsterlijke echtgenoot en de gewelddadige strijd tussen bendes, haar sprookjeseinde kunnen vinden met Colt, of zal hij haar samen met hem naar de hel slepen?
Gebroken beloften
SUMMER
Ik struikelde en viel op de grond, het glas in mijn hand versplinterde tegen mijn handpalmen, de wijn vloeide bloedrood over het hardhout.
Ik staarde geschokt omhoog naar mijn man, zijn knappe gezicht verwrongen van woede.
"Elliot," zei ik. Mijn stem klonk vreemd ver weg in mijn eigen oren. "Je hebt me geslagen."
Ik had beloofd om van hem te houden in goede en slechte tijden en het slechte duurde niet voor altijd. Tenminste, dat was wat ik mezelf voorhield. Toen de schok plaatsmaakte voor een kloppende pijn op mijn wang, betwijfelde ik of dat ooit zou gebeuren.
"O mijn god." Elliot knipperde met zijn ogen en hij zag eruit alsof hij net wakker was geworden uit een vreselijke nachtmerrie. "O mijn god, Summer." Hij knielde naast me neer en ik deinsde van hem weg. "Schatje, het spijt me zo."
Hij hield mijn gezicht voorzichtig in zijn handen en de golf van angst die door me heen ging vertelde me alles wat ik moest weten. Ik hield van mijn man, maar er was geen toekomst voor ons. Niet meer.
"Ik kan dit niet meer, Elliot." Tranen gleden over mijn wangen. Mijn handpalmen brandden van de glasscherven die in mijn huid priemden. "Ik moet weg."
Zijn gezicht vertrok van de pijn en mijn hart klopte sneller. Ik was doodsbang voor wat hij nu zou doen. Ik wist dat we alleen waren in deze gevangenis van een herenhuis. Niemand zou me horen schreeuwen en niemand zou me horen huilen; niemand zou horen wat de gevolgen van mijn acties vanavond zouden zijn.
"Summer, doe dit alsjeblieft niet. Ik weet dat het een paar moeilijke maanden zijn geweest. Het spijt me, ik meende het niet. Ik zal alles doen wat nodig is. Ik ga nu een sponsor zoeken voor de AA." Hij haalde zelfs zijn telefoon tevoorschijn.
Mijn maag draaide zich om.
Ik wist dat dit een grote stap was, vooral als het bekend zou worden.
"Je weet wat er gebeurt als ik drink. Jij was degene die me het glas gaf om ons eerste jaar te vieren met een toost." Er school waarheid in zijn woorden en ik wist - of ik wilde in ieder geval geloven - dat hij me diep van binnen niet had willen slaan en dat het de drank was. Hij had ook gelijk: ik had hem het champagneglas gegeven.
"Kom op, Summer, ik heb je nodig, dus help me hier alsjeblieft doorheen. We zullen dit samen aangaan en dan kunnen we terug naar hoe het was. Jij, ik, wij. Laten we ons huwelijk weer op de rails zetten. Je weet dat ik van je hou."
Terwijl hij zo bij me smeekte, wist ik dat er maar één voorwaarde was die me kon overhalen om te blijven.
"Ik blijf alleen als jij hulp zoekt."
"Afgesproken." Hij stemde er meteen mee in. "Herinner je je onze huwelijksreis nog? De eerste avond nipte je aan een sangria en zong je vals mee met de band. We bedreven de liefde op het strand, onder de sterren. Ik herinner me elk detail. Het was de beste nacht van mijn leven omdat ik je eindelijk de mijne kon noemen. Dat was de nacht dat we ons leven samen begonnen."
Hij keek me aan. "Weet je nog de volgende dag, toen we op die drukke markt waren en je verliefd werd op die ketting, degene die je nu draagt, en je hem niet wilde kopen omdat je hem te duur vond?"
Zijn stem was zacht, zelfverzekerd en zonder agressie. Zijn gezichtsuitdrukking... hij was volkomen kalm, en dat bracht me van mijn stuk. "En ik zei je dat je nooit meer iets tekort zou komen? We waren zo gelukkig, Summer. Ik zal er alles aan doen om dat weer terug te krijgen."
Elliot hielp me voorzichtig overeind. Hij pakte mijn handen en keek naar het glas in mijn huid, en ik zag de schaamte op zijn gezicht.
En zo… koos ik er zomaar voor om te blijven. Ik koos ervoor om te geloven.
Omdat hij mijn man was. Omdat ik nog steeds van hem hield.
Ik stond hem toe me te wassen en me te helpen me klaar te maken om naar bed te gaan. Hij bood zelfs aan om vannacht in een hotel te slapen zodat ik wat ruimte voor mezelf had. De rest van de avond was Elliot zachtaardig, lief en attent.
Ik lag wakker in bed, de zijden lakens waren een geruststellend gewicht tegen mijn huid. Ik viel langzaam in slaap en hoopte met heel mijn hart dat alles uiteindelijk goed zou komen.
Ik keek fronsend naar mijn telefoon. Ik had vage herinneringen aan Colt Hudson van toen ik jonger was. Degene die ze de Duivel noemden. Het beruchte hoofd van de Vipers MC.
Mijn idiote broer zou zichzelf de dood injagen.
Ik was stiekem dankbaar dat Elliot nog niet thuis was van het hotel. Ik wilde hem mijn stomme familiegeschiedenis niet hoeven uitleggen. Hij had al genoeg aan zijn hoofd.
Ik pakte mijn sleutels. Als mijn broer zijn telefoon niet opnam, dan ging ik gewoon direct naar zijn huis.
COLT
Als dertien jaar wachten in de dodencel me iets geleerd heeft, dan is het dit: het heeft verdomme geen zin om bang te zijn voor de dood als je geen echt leven leidt.
Ik leerde al jong dat niets een man meer angst inboezemt dan wanneer je het leven van een ander beëindigt alsof je een sigaret onder je laars uitdooft. En net als het eerste rookwolkje dat je longen vult, was ik na de eerste keer dat ik bloed had geproefd meteen verslaafd.
Niets geeft een man een grotere high dan wanneer hij het leven van een andere man in zijn handen houdt. Het enige probleem is dat hoe hoger je komt, hoe harder je valt.
Moorden had me zo hoog in de rangen van de onderwereld gebracht als maar mogelijk was. Alle verdwaalde en gekwelde klootzakken vreesden me of meldden zich bij mij. Als je trouw zwoer aan mijn club, gaf je je ziel, je bestaan en alles wat je bezat aan mij.
Al mijn leden wisten dat hun dood door mijn handen zou zijn. En toch, zelfs met dat in gedachten, had ik nooit een fucking probleem gehad om mannen zover te krijgen dat ze een eed aflegden. Ze waren allemaal net zo verslaafd aan dit leven als ik en ze wisten dat zolang ze mij trouw bleven, er niets te vrezen viel.
Ik hechtte meer waarde aan loyaliteit dan aan wat dan ook.
Het duurt lang om het te verdienen en wordt zelden gegeven, maar dertien jaar geleden had ik een fout gemaakt en te snel te veel gegeven. Ik had mijn vertrouwen in de verkeerde handen gelegd en was daardoor naar de dodencel gestuurd.
Nu was ik terug als bij een goocheltruc. Vrij. Klaar om de hel te laten ontbranden en meer levens te nemen, in plaats van ook nog maar een seconde van het mijne te verspillen.
Ik stond buiten de extra beveiligde inrichting en ademde mijn eerste hap vrije lucht in meer dan tien jaar in.
Ik wist dat ik veel werk voor de boeg had. Er kan veel veranderen in dertien jaar en ik wist dat niet iedereen blij zou zijn dat ik een vrij man was. Ik kon dit niet alleen aan. Ik had hulp nodig.
En Scorps lelijke smoel was het eerste gezicht dat in me opkwam.
Het was tijd om mijn oude vriend een bezoekje te brengen.













































