
Alpha's Servant (Nederlands)
Skylar's hele leven is zwaar geweest. Vanaf de dag dat ze geboren werd, was ze voorbestemd om een slaaf te zijn van de machtige en gevreesde Alpha Ares. Hij is een moordmachine zonder angst of berouw - dat is, totdat Skylar hem voor het eerst het avondeten serveert... Nu is alles veranderd voor hen beiden. Hij kan haar geur niet vergeten en zij kan zijn gele ogen niet vergeten.
Leeftijdsclassificatie: 18+ (Waarschuwing: Seksueel misbruik).
Hoofdstuk 1.
SKYLER
Op mijn handen en knieën schrobde ik de vloeren van het grootste huis op het landgoed. Er zou binnenkort een speciale gast komen. We wisten niet wie het was. Niemand wilde me vertellen wie. Ik wist alleen dat het iemand belangrijk was en dat hun gastenverblijf brandschoon moest zijn. Mijn handen deden pijn en zaten vol blaren. Mijn knieën ook. Ik raakte een van mijn pijnlijke plekken aan en kromp ineen.
Het valt niet mee om als mens voor weerwolven te werken. Vanaf mijn geboorte was ik voorbestemd om weerwolven te dienen. Het was onvermijdelijk. Weerwolven behandelden mensen slecht en hadden de touwtjes stevig in handen. Bovendien kon een mens het niet opnemen tegen een doorsnee weerwolf.
Ik werkte als bediende voor de Blood Moon roedel in een van hun grote huizen ver van de eigenlijke Blood Moon. Het was de grootste en sterkste roedel van de vijf. Elk groot huis had bazen die voor de leider werkten. Omdat de huizen ver uit elkaar lagen, hadden ze iemand nodig om ze goed te runnen, dus was er een weerwolf als baas aangesteld. Zo ging het ook in de andere vijf weerwolfgebieden.
De leider van de roedel waarvoor ik werkte was de engste... Er werd fluisterend gesproken over zijn wreedheid, en anderen werden voor hem gewaarschuwd. Gelukkig was hij al jaren niet meer in ons huis geweest. Men zei dat hij vreselijk kwaad kon worden en zeer gevaarlijk was.
Er werd gezegd dat de goden hem ongelooflijk sterk en onkwetsbaar hadden gemaakt. Zelfs andere leiders waren bang voor hem, maar deze zegen kwam met een vloek. Alleen al de gedachte aan hem joeg mij en iedereen angst aan.
Hij hield de roedel veilig voor slechte wolven omdat ze te bang waren om binnen te komen, maar dat maakte het leven voor ons mensen niet beter. We waren veilig voor slechte wolven, maar niet vrij.
Volgens de geruchten was de leider vervloekt om meer wolf dan mens te zijn, en om nooit een partner te hebben. Dit betekende dat hij nooit iemand zou hebben om lief te hebben. Het zien van andere wolven die gelukkig waren met hun partners moet hem verdrietig en gemeen hebben gemaakt, dus bleef hij alleen en kwam alleen tevoorschijn als er iets belangrijks gebeurde.
En dan kwam hij tevoorschijn om mensen pijn te doen. Hij was meedogenloos en genoot ervan zijn vijanden gruwelijk te verwonden. Iedereen was doodsbang voor hem—
'Skyler!'
Ik gilde toen ik mijn naam hoorde, maar toen bedekte iemand mijn mond. Ik keek op en voelde me opgelucht toen ik zag wie het was.
'Scarlette... laat me niet zo schrikken!' zei ik terwijl ik mijn hand op mijn borst legde.
Scarlette was als een moeder voor mij. Toen mijn ouders stierven en ik hier kwam werken, ontfermde zij zich over mij. Ik weet niet veel over hoe mijn ouders zijn omgekomen, alleen dat slechte wolven hen hebben gedood.
'Ik kwam je iets vertellen, maar ik weet niet of je er klaar voor bent,' zei ze, terwijl ze me onderzoekend aankeek. 'Het is een geheim, en je moet beloven het aan niemand te vertellen.'
'Ik beloof dat ik niks zal zeggen.' Ik legde mijn poetsdoek neer, ging rechtop zitten en maakte een kruisje over mijn hart.
Scarlette keek geïrriteerd. 'Ik meen het serieus. Niemand mag weten wat ik je ga vertellen.'
'Ja,' zei ik. 'Ik beloof dat ik hier met niemand over zal praten.'
Ze knikte tevreden voordat ze begon te praten.
'Dus, ik bracht de baas wat thee,' zei ze, 'toen ik heel interessant nieuws opving.'
Ze stopte met praten, in afwachting van mijn reactie.
'Ga door,' zei ik. 'Vertel het me.'
'Onze speciale gast is de Leider zelf,' zei ze. 'Leider Ares.'
Ik voelde een rilling over mijn rug lopen bij het horen van zijn naam. Het klonk angstaanjagend in mijn hoofd.
Ik had mezelf wijsgemaakt dat deze dag nooit zou komen. Dat ik misschien mijn hele leven zou leven zonder ooit de gevreesde leider te zien.
Maar ik had het mis...
Nu ik wist dat hij kwam, leek hij nog angstaanjagender. Ik wilde niet toegeven dat ik bang was, maar dat was ik wel. Binnenkort zou de leider in deze kamer slapen. Hij zou liggen in het bed dat ik net had opgemaakt. Ik voelde me duizelig worden.
'W-wanneer komt hij?' vroeg ik met moeite.
Scarlette keek me bezorgd aan.
Aan de blik op haar gezicht kon ik zien dat wat ze hierna zou zeggen niet goed zou zijn. Tenminste, niet voor mij en de andere bedienden.
'Morgen.'















































