
Het verhaal van de Ashwoodfamilie
Amelie wilde alleen maar een eenvoudig leven leiden, buiten de schijnwerpers van haar alfabloedlijn. Ze dacht dat ze dat gevonden had met haar eerste partner, maar hij blijkt niet de man te zijn die hij beweerde te zijn, en Amelie is gedwongen zichzelf te bevrijden. Vrijheid komt echter met een prijs... Alfa Gideon Alois verliest zijn partner op wat de gelukkigste dag van zijn leven zou moeten zijn, de geboorte van zijn tweeling. Hij heeft echter geen tijd om te rouwen, aangezien hij de alfa is van de Druit Guard, het leger en de onderzoekstak van de Raad... Amelie Ashwood en Gideon Alois zijn twee gebroken weerwolven die het lot met elkaar heeft verweven. Terwijl deze voorbestemde partners samenkomen, ontvouwen zich sinistere complotten om hen heen.
Leeftijdsclassificatie: 18+.
Hoofdstuk 1
Boek 1:Littekens
GIDEON
"Het spijt me. Ze is er niet meer. Ik kon niets meer doen," zei de dokter terwijl hij een stap achteruit deed, met een bezorgde en droevige blik.
"Niets?! Er is niets?! Breng haar terug!" Ik schreeuwde het uit. Maar ergens wist ik het al. Ik voelde in mijn hart hoe ze afscheid nam en ons verliet.
Een ondraaglijke pijn schoot door mijn hele lijf, erger dan ik ooit had meegemaakt.
"Ik wou dat ik dat kon, maar ze is heengegaan. Je weet dat ze er niet meer is. Nu heb je geen tijd om te treuren. Ze hebben hun vader nodig."
De dokter wees naar de twee pasgeboren meisjes die ook luid huilden. Hoe moest ik dit in mijn eentje klaarspelen?
In een oogwenk veranderde mijn leven, maar niet zoals ik had gehoopt. Mijn vrouw stierf in het kraambed. Ze had problemen met haar bloeddruk en overleefde de bevalling niet.
Ze schonk me twee prachtige dochters, Rose en Daisy. Ze glimlachte naar hen en verliet toen deze wereld, liet hen en mij achter.
Het liefst wilde ik alles kort en klein slaan van woede. Ik was een vechtersbaas, een probleemoplosser. Ik wist alleen hoe ik me uit de nesten moest werken.
Ik kon niet bevatten dat ze weg was en ik er alleen voor stond. Ik kon niet vechten om haar te redden. Ze was zomaar verdwenen. Ik keek naar mijn twee dochters die om hun moeder huilden, en ik kon alleen maar meehuilen.
Ik, de leider van de Druit Guard, huilde net zo hard en luid als mijn twee baby's. Twee meisjes. Wat moest ik beginnen?
Hoe zou ik twee meisjes moeten grootbrengen? Ik wist niet eens hoe ik een luier moest omdoen. Ik dacht aan hun hele leven terwijl ze opgroeiden, aan alles wat er kon gebeuren.
Zou ik hen belangrijke meisjesdingen kunnen bijbrengen? Wat waren eigenlijk belangrijke meisjesdingen?
Ik kon ze leren vechten. Ik kon ze leren hoe ze een groep strijders moesten aanvoeren. Maar dat was het!
Nog nooit had ik me zo machteloos gevoeld. Deze twee kleine meisjes hadden me nu al op de knieën gekregen.
Ze waren alles wat ik nog over had van mijn vrouw, mijn laatste band met mijn geliefde. Ik wilde hen niet de schuld geven van wat er was gebeurd, maar ik wilde het wel.
Opnieuw voelde ik verdriet toen ik besefte dat deze twee prachtige baby's nooit hun moeders glimlach zouden zien. Ze zouden nooit haar stem horen die hen een verhaaltje voorlas.
Ze zouden nooit haar lach horen om hun gekke streken of haar warme knuffels voelen. Kon ik dit wel, zowel moeder als vader zijn?
Met hulp van de verpleegster pakte ik mijn kleine dochters op. Ik gaf ze allebei een kus.
"Ik beloof jullie alles te geven wat ik in me heb. Ik kan niet beloven dat ik perfect zal zijn of geen fouten zal maken, maar ik zal mijn leven geven om jullie veilig te houden. We hebben alleen elkaar nu."
Ik probeerde mijn tranen in te houden, maar het lukte niet. Ik legde ze voorzichtig terug in het bedje, om te voorkomen dat mijn tranen op hen vielen.
Ze waren gestopt met huilen en bewogen hun kleine armpjes naar elkaar toe tot ze elkaars handje vasthielden.
Ik zuchtte: "Ze zullen in ieder geval altijd elkaar hebben." Ik ging in een stoel naast hen zitten en keek hoe ze sliepen, eerlijk gezegd een beetje bang dat ze zouden stoppen met ademen.
Terwijl ik daar zat, wist ik dat ik mijn verdriet moest verwerken. Ik moest onze familieband voltooien. Ook al deed het pijn, ik moest verder leven voor mijn dochters.
Ik maakte de nagel van mijn linkerhand scherp, maakte een kleine snee in mijn rechterhand en maakte toen zo voorzichtig mogelijk een minuscuul sneetje in beide grote tenen.
Ik raakte met elk van hun kleine teentjes mijn snee aan, zodat de kleinste druppel van hen beiden in mijn snee kwam. Ik voelde hoe ze mijn ziel binnendrongen, en een sprankje hoop en liefde begon me op te beuren.
Ik keek naar mijn borst, precies waar mijn hart zat, en ik zag hoe het familieportret van mijn dochters zich vormde tot een witte roos en een wit-gele madeliefje.
"Mijn kleine bloemetjes, jullie weten niet hoezeer jullie papa hebben gered," fluisterde ik.
De dokter had gelijk. Ik had geen tijd om te rouwen. Ik moest doorgaan, hoe pijnlijk ook. Het deed pijn. Mijn speciale teken brandde op het moment dat ze deze wereld verliet.
Ik keek naar mijn teken en het was al aan het vervagen. Ik moest me nu op mijn meisjes concentreren. Ik kon me verliezen in de pijn en het verdriet die mijn ziel verscheurden.
Mijn vrouw zou het me nooit vergeven als ik niet verder leefde en mijn best deed voor onze kinderen. Ik wist alleen niet hoe ik dat moest doen, waar ik moest beginnen.
Ik wist dat ik zou vechten, maar niet met mijn vuisten, nagels of tanden. Ik zou vechten tegen mijn gebroken hart om niet op te geven. Ik wist alleen nog niet hoe. Ik had alleen mijn kleine bloemetjes om me op te beuren.













































