
Twisted fate boek 1: Wachten op haar partner
"O, Godin, schatje, ik ben er bijna."
Door zijn gekreun voelde ik mijn rug op het bed kronkelen bij de onverwachte sensatie. "Verdomme, ik... ik..."
Eliza, een bekwame genezeres, keert na 20 lange jaren terug naar haar geboorteroedel, vastbesloten om haar voorbestemde partner te vinden voordat het te laat is. Maar de zoektocht naar haar zielsverwant wordt bemoeilijkt wanneer ze een verleiding niet kan weerstaan. Door de vurige passie staat Eliza voor een moeilijke keuze: wachten op haar voorbestemde partner of zich overgeven aan het intense verlangen dat haar in de andere richting trekt. Terwijl de tijd dringt, hangt haar lot aan een zijden draadje, en moet ze beslissen of ware liefde het wachten waard is, of dat ze de passie haar hart laat overnemen.
1: Eindelijk
Boek 1: Wachten op haar partner
ELIZA
De droom vervloog zodra ik wakker werd. De Godin schonk me dit soort dromen, maar ik bleef altijd alleen achter - smachtend naar meer.
Elke droom maakte me eenzamer. Ik had nog maar acht maanden de tijd om hem te vinden - die man uit mijn dromen - voordat onze band zou breken. De klok tikte slechts door tot mijn zesentwintigste verjaardag.
Na een snelle douche ging ik naar beneden voor het ontbijt. Hoewel het nog vroeg was, rook ik al heerlijke geuren opstijgen uit mijn moeders keuken.
Ik bleef even in de deuropening staan om de geur op te snuiven. Mijn moeder maakte gebakken bonen - een smakelijke mix van witte bonen, gekookte tomaten en gerookte paprika. Ze had het recept weten te perfectioneren, nadat ik tijdens ons bezoek aan de Britse roedels een paar jaar geleden verliefd was geworden op het ontbijt dat ze serveerden.
“Probeer je me hier te houden met je kookkunsten, mam?”
Ze lachte, maar er klonk een zweem van verdriet in door. Ze was niet meer zo opgewekt sinds ik had aangekondigd dat ik als heler naar een andere roedel zou vertrekken.
Ik had altijd al heler willen worden en nu ik mijn opleiding had afgerond, was het tijd om mijn vleugels uit te slaan. De Koningsroedel, waar ik tot nu toe bij hoorde, had geen behoefte aan nog een heler.
Ze hadden van alles meer dan genoeg.
“De prins kwam vanmorgen vroeg langs. Hij komt na zijn patrouille terug voor je laatste ontbijt hier,” zei ze met een ongelukkige blik. Ze had onze vriendschap nooit echt kunnen waarderen, ondanks haar hoge positie als bèta in de roedel.
Ik fronste mijn wenkbrauwen. “Ik had hem nog gezegd dat wij vanochtend liever met zijn tweeën wilden zijn, en wat bedoel je met vanmorgen vroeg? Het is pas zes uur!”
Ik rook Nate al van ver aankomen, dus liep ik naar buiten om hem bij het tuinhek te begroeten. Ik wendde mijn blik af toen ik zag dat hij nog bezig was een korte broek aan te trekken.
De meeste meiden zouden watertanden bij het zien van het gespierde lichaam van de prins, maar hij was mijn partner niet, dus liet het me koud. We waren al beste vrienden sinds ik op mijn zesde bij de roedel was komen wonen - toen hij acht was.
Omdat we zo close waren en ik tegen zijn bevelen in durfde te gaan, dachten veel mensen dat ik zijn partner zou worden. Maar toen hij achttien werd gebeurde dat niet. Hij was erg teleurgesteld geweest, maar had hoop gehouden dat het alsnog zou gebeuren zodra ik achttien werd. Maar helaas; ook dat bleef uit.
“Ik weet dat jullie met z’n tweeën wilden zijn,” zei hij enigszins schuldbewust.
“Als je dat weet, waarom ben je dan hier en viel je mijn moeder zo vroeg lastig?”
We glimlachten en omhelsden elkaar stevig. Hij drukte zijn voorhoofd tegen het mijne.
“Alsjeblieft, ga niet weg. Ik kan dit niet zonder je, Eli. Het voelt alsof ik op het punt sta om het enige goede in mijn leven kwijt te raken.”
Ik zuchtte en probeerde voet bij stuk te houden. “Ik kan niet blijven, en de Bloedmaanroedel is waar ik geboren ben. Mijn partner zou daar kunnen zijn. Je weet dat ik niet veel tijd meer heb om hem te vinden.”
Nate werd boos en liet zijn luide alfaprins grom horen, die mensen normaal gesproken voor hem liet buigen, maar het zorgde er bij mij enkel voor dat ik mijn wenkbrauwen naar hem fronste.
Ik legde mijn hand op zijn arm en wachtte tot hij me aankeek. “Kom binnen als je wat bent afgekoeld en maak het niet moeilijker voor me. Ik ben maar op vijf uur rijden afstand, Nate. En jij vertrekt binnenkort toch ook om je luna te vinden?”
Nate gromde gefrustreerd. We hadden gegrapt dat we elkaars partners zouden worden als we onze voorbestemde partners niet zouden vinden voor mijn zesentwintigste verjaardag. Die deadline kwam nu steeds dichterbij en hoewel het mij ongerust maakte, na zo vaak over mijn partner te hebben gedroomd, maakte het Nate alleen maar bezitterig.
Ik zuchtte terwijl ik naar binnen ging en een bord voor Nate klaarzette. Misschien zou wat afstand goed zijn voor ons beiden. Hij kon nadenken over onze vriendschap en beseffen dat hij niet gelukkig zou zijn met alleen vriendschap.
Wat hij wilde was echter verleidelijk. We hadden het grootste deel van ons leven samen doorgebracht en begrepen elkaar als geen ander. We hadden onze eigen, speciale manier om zonder woorden met elkaar te communiceren.
Kon ik dit zomaar achterlaten?
De opwinding van het vinden van mijn partner dreef me vooruit, maar ik twijfelde. Misschien was een nieuwe roedel, een nieuwe baan en een nieuw leven precies wat ik nodig had - hopelijk met mijn partner aan mijn zijde - maar ik bad tot de Godin dat ik de juiste keuze maakte.











































