
De Draak van Verderf: Kira POV
Als je tot de koninklijke familie behoort – en een draak bent – is het niet makkelijk om even alleen te zijn. Maar koningin Kira en koning Cerion weten precies hoe ze het beste kunnen profiteren van een zeldzaam moment weg van de troon. Ver weg van hun hofhouding sluipen deze drakenheersers de wildernis in voor een geheime picknick, waar plicht verdwijnt en verlangen de overhand neemt. In de tedere stilte van de wildernis brandt de passie heviger dan het vuur van welke draak dan ook, terwijl ze elkaar eraan herinneren dat samen regeren ook samen plezier maken betekent. Eén ochtend zonder titels, twee draken, een dekentje in de open lucht en een passie die zich niet laat temmen.
Hoofdstuk 1
KIRA
Er was een maand voorbij gegaan sinds Cerion en ik partners waren geworden in een speciale ceremonie.
De ochtendzon gluurde door de halfgesloten gordijnen en wekte me met haar warmte.
Ik draaide me om in bed, en verwachtte Cerions lichaam naast me te vinden. Maar tot mijn teleurstelling was hij er niet.
Zijn kant van het bed was koud en leeg. Ik opende mijn ogen en keek naar de lege plek.
Ik vroeg me af waar hij uithing. Cerion was meestal geen vroege vogel en had vaak een duwtje nodig om uit bed te komen.
En met een duwtje bedoel ik seks. Cerion deed graag een beetje ochtendgymnastiek om zijn dag mee te beginnen.
Ik vond het ook heerlijk. Ik genoot er met volle teugen van om de liefde met hem te bedrijven.
Ik hield van hoe zijn lichaam tegen het mijne voelde - zijn gladde, gespierde borst die mijn borsten raakte, hoe hij me op zijn schoot trok, onze benen met elkaar verstrengeld, en hoe ik voelde hoe hij hard tegen me aan werd.
Hij wist precies wat dit met me deed. Het maakte dat ik hevig naar hem verlangde, hem wilde aanraken en kussen.
Als we de liefde bedreven, verbonden onze draken zich ook. Het was verbazingwekkend wat onze band teweeg kon brengen, wat het ons kon laten voelen.
Als we niet samen waren, voelden we ons niet compleet. Onze draken werden gek van verlangen naar elkaar.
Ik omhelsde Cerions kussen en kroop terug naar mijn kant van het bed. Ik snoof zijn geur op en sloot mijn ogen om van de geur van zijn aftershave te genieten.
'Nog een paar minuutjes,' zei ik tegen mezelf, terwijl ik het kussen tegen mijn gezicht drukte.
Dit deed ik elke ochtend voordat ik aan mijn dag begon. Een dag vol vergaderingen en saaie zaken als geld, mijnbouw of raadsproblemen.
Het koninklijke leven kon soms een sleur zijn. Maar het kon ook spannend zijn.
Naast de raadsvergaderingen en mensen die ons in de gaten hielden, was er ook plezier. Elke dag met Cerion was een avontuur.
Of we nu samen in bed lagen of als draken door de lucht vlogen, elk moment was opwindend.
Was het niet vreemd? Hoe we van vijanden opeens geliefden waren geworden? Hoe we beseften dat we niet zonder elkaar konden leven?
Onze eerste week samen was geen rozengeur en maneschijn en ik wist dat er meer hobbels op de weg zouden komen. Maar ik wist dat we ze samen zouden nemen - als een team.
Ik zuchtte zacht en strekte mijn armen uit en opende mijn ogen.
Het was tijd om op te staan. Ik had genoeg tijd besteed aan dagdromen over in bed blijven met Cerion. Maar ik wist dat ik moest stoppen met luieren.
Toen ik mijn ogen volledig opende, zag ik een opgevouwen briefje op Cerions nachtkastje.
Zijn handschrift was perfect, zoals altijd. Mijn naam was netjes in donkere inkt op het witte papier geschreven.
Ik opende snel de brief en begon te lezen.
Ik hield de brief tegen mijn hart en slaakte een zachte zucht.
Cerion was altijd een beetje moeilijk te peilen. Hij was vaak koel en serieus, maar soms was hij zacht en lief.
Een liefdesbriefje van hem krijgen was een van die lieve momenten en het deed mijn hart sneller kloppen.
De drakeningang betekende meestal dat we ofwel van gedaante zouden verwisselen en vliegen, of dat we de liefde zouden bedrijven.
Hoe dan ook, ik was in de wolken.
Ik sprong uit bed en rende bijna naar mijn kledingkast.
Bij Cerion voelde ik me gelukkig, als een jong meisje dat voor het eerst vlinders in haar buik heeft. En in zekere zin was ik dat ook.
Voor hem was ik nooit verliefd geweest, had ik nooit iemand gehad die van me hield. Mijn vader stond het niet toe. Maar nu was ik smoorverliefd op een man die ooit de Draak van Verderf werd genoemd.
Ik koos een blauwe zijden jurk voor de dag. Hij voelde zacht aan en viel mooi om mijn lichaam.
Ik deed zilveren schoenen aan en wat lichte make-up op - roze lippenstift, goud op mijn wangen en wat concealer onder mijn ogen.
Mijn haar had nog steeds krullen van gisteravond. Ik keek nog een laatste keer in de spiegel voordat ik vertrok. Ik knikte naar de wachters terwijl ik langsliep.
Ik haastte me door de gang, mijn hart klopte snel van opwinding.
Toen ik bij de drakeningang aankwam, dacht ik terug aan vroeger. De stenen deurpost, met draken erop gebeeldhouwd, deed me denken aan onze ceremonie, de nacht dat we één werden, de nacht dat mijn draak tevoorschijn kwam.
Cerion stond op me te wachten, met zijn rug naar me toe, zijn spieren zichtbaar door zijn zwarte zijden shirt.
Hij draaide zijn hoofd om naar me te kijken, met een kleine glimlach op zijn gezicht. 'Goedemorgen, mijn koningin.'
Ik voelde mijn hart een sprongetje maken. 'Goedemorgen, mijn koning.'
Hij likte zijn lippen. 'Je ziet er erg goed uit vanochtend.'
Ik lachte en ging mee in zijn grapje. 'Ik wist niet dat draken zo hongerig waren.'
Hij trok een wenkbrauw op. 'Echt niet? Ik heb altijd honger als ik naar jou kijk.'
Ik bloosde en voelde hoe mijn gezicht warm werd. 'Dus, wat is de verrassing?'
Hij haalde zijn schouders op, met een speelse blik in zijn ogen. 'Dat kan ik je niet vertellen. Dat zou de verrassing verpesten.'
Ik rolde met mijn ogen en liep naar hem toe. 'Je weet dat ik niet van wachten hou.'
Hij stak zijn hand uit, zijn duim raakte mijn wang aan.
'Een koningin moet leren wachten. Ze moet altijd kalm blijven.'
Ik lachte en pakte zijn pols vast. 'Bedankt voor de les in goed gedrag.'
Hij keek op me neer, met een glimlach. We testten elkaar, zochten elkaars grenzen op.
'Je vond het leuk, toch?' zei ik terug en voelde hoe mijn gezicht weer rood werd.
'Misschien wel,' zei hij en haalde licht zijn schouders op, onze ogen waren speels op elkaar gericht.
'Eindelijk geef je het toe,' lachte ik.
Cerion sloeg zijn armen om mijn middel en trok me dichterbij. 'Nog een korte vlucht en we zijn bij de verrassing,' zei hij, onze vingers verstrengelden zich terwijl hij me naar de drakeningang leidde.
Ik haalde diep adem en bereidde me voor om van gedaante te verwisselen.











































