
Partner van de alfa
Sasha Lovett staat al lange tijd op zichzelf. Als wees en buitenstaander voor het grootste deel van haar leven, heeft ze het beste moeten maken van haar bestaan in de mensenwereld. Maar dat bescheiden leven stort in elkaar wanneer ze wordt aangenomen bij een bedrijf dat wordt gerund door een machtige roedel, met een nog machtigere alfa als CEO. Een alfa die ook nog eens haar zielsgenoot blijkt te zijn, en hij is niet bepaald blij dat hij gekoppeld is aan een buitenstaander. Kan ze haar angst en wantrouwen tegenover roedels en de wolven daarin overwinnen? Kan ze haar terughoudende zielsgenoot voor zich winnen? En wanneer de geheimen uit beider verleden aan het licht komen, zal hun relatie dan eindigen in liefde of haat?
Leeftijdsclassificatie: 18+.
Hoofdstuk 1
SASHA
"Ren, lieverd."
"Maar mama, ik ben moe!"
"Ik weet het, schatje, maar we moeten weg. Kom op, je moet rennen."
Sasha rende door het bos en probeerde de hand van haar moeder vast te houden. Haar kleine vierjarige beentjes hadden moeite om bij te blijven.
"Elsie, hierheen."
Sasha zag haar vader rechts, die hen wenkte. Haar moeder tilde Sasha op en drukte haar tegen zich aan terwijl ze naar haar man rende.
"Zitten ze achter ons aan?"
"Ze zeiden dat we tot de ochtend hadden om het packgebied te verlaten. Als we in wolven veranderen, zouden we binnen een uur bij de zuidgrens moeten zijn. Ik zal Sasha dragen."
Sasha werd op de rug van haar vader gezet nadat hij in een wolf was veranderd. Ze klemde zich stevig vast aan zijn vacht terwijl haar ouders naar de zuidgrens renden voor zonsopgang. Ze viel in slaap, niet wetend hoe haar leven op z'n kop zou worden gezet.
"Juffrouw Lovett, ik heb die papieren nú nodig!"
"Ja, ik kom eraan!" riep ik terwijl ik van mijn bureau sprintte. Die vent was echt een pain in the neck en het kostte al mijn zelfbeheersing om mijn wolf ervan te weerhouden hem elke dag aan te vliegen.
Meneer Bettany was een kleine, dikke man die luid was en geen greintje respect had voor zijn werknemers of wie dan ook.
"Werd tijd..." Hij fronste toen hij de papieren uit mijn handen griste.
Ik wilde ontslag nemen, die eikel eens goed de waarheid zeggen en laten zien dat hij mij meer nodig had dan ik hem. Maar dat klopte niet. Ik had deze baan nodig.
Ik had niemand anders om op terug te vallen en nergens anders om heen te gaan.
"Sorry voor het wachten, meneer Bettany. Kan ik nog iets voor u doen?"
"Nee," bromde hij, terwijl hij me wegwuifde.
Ik plofte neer achter mijn bureau en slaakte een diepe zucht voordat ik met mijn handen door mijn lange blonde haar ging.
"Weet je zeker dat we hem niet kunnen opvreten?"
Ik grinnikte om wat mijn wolf, Raya, zei. "Was het maar zo simpel," mompelde ik.
Eerlijk is eerlijk, ik mocht niet klagen. Dit was niet eens de slechtste baan die ik ooit had gehad. Werken als schoonmaker in een spa spande de kroon. Mensen zijn echt smerig.
Ik was wel altijd op zoek naar ander werk. Iets met meer zekerheid en hopelijk meer poen.
Het zou fijn zijn om een beter appartement te kunnen betalen. Of zelfs simpele dingen zoals wat nieuwe kleren en fatsoenlijk eten.
"Juffrouw Lovett!"
Ik rolde met mijn ogen, stond op en liep naar het kantoor van meneer Bettany. Ik zette mijn inmiddels perfecte neppe glimlach op. "Ja, meneer Bettany?"
"Ik heb morgenochtend om negen uur een vergadering. Jij gaat de vergaderruimte klaarzetten en zorgen dat alles piekfijn in orde is. Hier zijn de details."
Ik nam het dossier van meneer Bettany aan en ging met een "ja, meneer" terug naar mijn bureau.
Ik wist dat een vroege vergadering betekende dat ik vroeg moest komen om de boel klaar te zetten - iets waar ik geen zin in had. Meneer Bettany hield er niet van om extra te lappen voor overuren.
Ik besloot het mezelf makkelijker te maken door nu alle kopieën en boekjes voor de vergadering te maken. Zo hoefde ik morgen alleen de koffiekar binnen te rijden en de dossiers op tafel te leggen.
Een paar uur later keek ik op de klok en zag dat het bijna vijf uur was.
"Eindelijk...," mompelde ik, terwijl ik mijn jas en tas pakte voordat ik op de deur van mijn baas klopte. "Heeft u nog iets nodig vandaag, meneer Bettany?"
"Nee. Je kunt gaan."
"Fijne avond, meneer," zei ik met een glimlach voordat ik het kantoor verliet en naar de lift ging.
Zodra de deuren dicht waren, zuchtte ik en leunde tegen de reling. "Ik moet even lekker rennen."
"Oh ja, graag!! Het is al zo lang geleden!" riep Raya.
Ik lachte. "We zijn pas dinsdag nog gegaan."
"Twee dagen tussen het rennen is langer dan het zou moeten zijn."
Ik rolde met mijn ogen. "Oké. Maar deze keer niet in de modder rollen. Weet je nog hoe raar het was om zo het appartementencomplex binnen te lopen?" Ik voelde Raya gniffelen bij de herinnering.
Alleen zijn betekende dat ik niet op veilig terrein kon rennen. Ik moest een half uur rijden naar het dichtstbijzijnde staatspark en hopen dat niemand me zag.
Het betekende ook dat ik niet zo vaak kon gaan als ik wilde. Gelukkig hielp naar de sportschool gaan een beetje. Ik kwam bij mijn appartement en trok comfortabele kleren aan voordat ik mijn telefoon checkte terwijl ik naar buiten liep.
Geen nieuwe berichten. "Jammer...," mompelde ik. Ik had gehoopt dat iemand had gereageerd op een van mijn vele sollicitaties. "Ik moet morgen dus echt weer aan de bak."
Na een half uur rijden naar het staatspark en mijn kleren uit te trekken, veranderde ik in een wolf. Ik voelde me vrij en gelukkig.
"Denk eraan... geen modder!"
Raya maakte een speels gegrom voordat we het bos in renden. We renden urenlang, achtervolgden dieren en speelden in een beekje, voordat we teruggingen naar de auto.
Ik veranderde terug in een mens, hijgend van het rennen terwijl ik me aankleedde en naar huis reed.
Na me te hebben afgespoeld onder de douche, liet ik me op bed vallen met een tevreden zucht. Rennen voelde zo goed maar ook kalmerend. Ik wilde dat ik vaker kon gaan.
"Misschien als we onze partner vinden, kunnen we gaan wanneer we maar willen," zei Raya hoopvol, mijn gedachten horend.
"Ik denk niet dat dat ooit gaat gebeuren," antwoordde ik terwijl ik in slaap viel.












































