
Saint-Rock High Boek 3: Een tweede kans
Ze dacht dat haar leven perfect was - ze had een liefdevolle verloofde en een mooie toekomst in het verschiet. Maar de tragedie sloeg toe en liet haar gebroken en alleen achter. Net toen ze dacht dat liefde buiten haar bereik lag, deed zich een onverwachte kans voor: een tweede kans op geluk. Het enige addertje onder het gras? Hij is haar baas, er is een leeftijdsverschil en ze weet niet zeker of haar hart het risico aan kan. Verdeeld tussen angst en hoop, moet ze beslissen of ze de kans op liefde weer omarmt of dat haar verleden haar voor altijd tegenhoudt.
Een pijnlijke herinnering
Boek 3: Een tweede kans
ALICE
‘Gefeliciteerd, lieverd,’ zegt Scott terwijl hij met een dienblad met ontbijt erop onze kamer binnenkomt.
‘Is dit allemaal voor mij?’ vraag ik, ik ben na al die tijd nog steeds onder de indruk van zijn liefde.
Hij zet het dienblad voor me neer en geeft me een zachte kus, terwijl hij probeert om niets te morsen.
Het verbaast me dat we al zes jaar samen zijn. Ik hou meer van hem dan woorden kunnen zeggen.
‘Wat gaan we voor mijn verjaardag doen?’ vraag ik, terwijl ik van zijn heerlijke pannenkoeken geniet.
‘Dat blijft een verrassing. Eet je ontbijt maar op en laat mij alles regelen,’ zegt hij, terwijl hij mijn voorhoofd kust en ik dooreet.
Na het lekkere maal ga ik douchen. Als ik mijn haar begin te wassen, gaat het douchegordijn open.
‘Kan ik je ergens mee helpen?’ vraag ik onschuldig.
‘Doe niet alsof je gek bent. Je weet precies wat ik wil!’ zegt hij.
‘O, ja? Wat dan?’ vraag ik met opgetrokken wenkbrauw.
‘Schatje, probeer me niet voor de gek te houden. Je weet dat je niet kunt winnen,’ zegt hij, terwijl hij dichterbij komt.
‘Maar deze keer denk ik van wel. Als je dit wilt,’ ik wijs naar mezelf, ‘dan moet je me over de plannen voor vandaag vertellen.’
Als hij zwijgt, begin ik met een glimlach het gordijn te sluiten.
‘Je speelt niet eerlijk, Alice,’ zegt hij.
‘O, maar dat doe ik wel. Ik heb het van de beste geleerd,’ kaats ik terug.
‘Oké! Je wint! Ik heb een middagje spa voor je geregeld,’ geeft hij toe.
‘Dan verdien je een beloning.’ Ik trek hem de douche in.
Ik had hem niet moeten uitdagen, want zodra hij bij me was, liet hij me zien wat echt plagen was. En ik deed maar al te graag mee.
Mijn spa-middag was heerlijk ontspannend. De massage met hete stenen, de hoofd-, gezichts- en nekmassage, het warme zwembad - alles was geweldig.
Ik had me geen beter verjaardagscadeau kunnen wensen. Maar Scott had nog meer in petto.
Toen ik klaar was bij de spa, stond er een chique chauffeur te wachten om me ergens anders heen te brengen. We hebben het niet breed, en dit moet hem veel hebben gekost.
Nu zit ik in het restaurant te wachten waar we onze eerste date hebben gehad. Ik ben blij dat het geen chique tent is, anders zou ik me in mijn casual kloffie ongemakkelijk voelen.
Behalve dan die chique auto, bedenk ik me. Dan gaat mijn telefoon.
‘Je bent laat, meneer,’ zeg ik, denkend dat het Scott is.
‘Spreek ik met mevrouw Alice Green?’ De stem aan de telefoon laat me verstijven.
‘Ja, dat ben ik,’ zeg ik, heel zachtjes.
‘Mevrouw Green, u spreekt met het ziekenhuis. U staat als contactpersoon voor de heer Scott Fuller genoteerd...’
‘Is hij in orde? Wat is er gebeurd? Waar is hij?’
Ik hang op zodra ze antwoordt en ren zo snel als ik kan het restaurant uit.
Het is twee jaar geleden dat ik de man verloor van wie ik het meest hield. Ik kwam erachter dat Scott die dag een juwelier in was gegaan om een ring voor me te kopen.
Ik ben boos op hem omdat hij de held wilde uithangen, wat hem zijn leven had gekost. Als hij zich er maar niet mee had bemoeid, dan zou hij nog bij me zijn.
Hij zou me niet alleen hebben gelaten. Ik weet dat ik egoïstisch klink, maar ik kan er niets aan doen.
Twee jaar later besloot ik mijn leven om te gooien. Ik kon niet op een plek blijven die me constant aan zijn verlies herinnerde. Het was niet goed voor me.
Dus verhuisde ik naar een stadje genaamd Saint-Rock en had ik een baan als bibliothecaris op een middelbare school.
Ik zit in de personeelskamer en probeer naar mevrouw Creek te luisteren als de deur opengaat en meneer Rheims met een vrouw binnenkomt.
‘Iedereen, dit is onze nieuwe invallerares, juffrouw Tory Summer. Ze zal de rest van het jaar voor juffrouw Sutherland lesgeven,’ zegt meneer Rheims.
Ze zwaait naar iedereen, maar ik zie dat ze verdrietig is. Ze probeert het te verbergen, maar ik merk het.
Misschien heeft het verlies van Scott me beter gemaakt in het herkennen van andermans verdriet.
‘Morgenochtend verwelkomen we haar officieel. Ik wilde haar alleen even aan haar toekomstige collega's voorstellen,’ grapt meneer Rheims.
‘Je weet dat ik een grapje maak. Jullie zijn allemaal geweldig om mee samen te werken,’ voegt hij eraan toe, terwijl hij me even aankijkt.
‘Juffrouw Tory, dit is meneer Levi Salazar, onze voetbalcoach.’
Ik hoop dat ze weet dat hij graag met veel vrouwen date. Hij had toen ik hier net begon, geprobeerd om mij te versieren, maar niemand kan Scott ooit vervangen.
‘Tory, dit is meneer Levi Salazar. Levi, dit is juffrouw Tory Summer, onze nieuwe invallerares,’ zegt meneer Rheims, terwijl hij ze voorstelt.
Levi steekt zijn hand uit om haar te begroeten.
‘Aangenaam kennis te maken, meneer Salazar,’ zegt ze.
Dus ze kennen elkaar niet.
‘Excuseer me, ik moet nu gaan. Leuk om jullie allemaal te ontmoeten. Tot morgen,’ zegt ze, terwijl ze de kamer verlaat.
Levi vertrekt ook, zonder iets te zeggen.
Ik moet terug naar de bibliotheek. Er is veel werk te doen.
Terwijl ik naar de bibliotheek loop, word ik door een pijnlijke herinnering overvallen.
Scotts levenloze lichaam op het ziekenhuisbed, bedekt met een laken terwijl de arts me vraagt om hem te identificeren.
Ik sta stil, in een poging om de gedachte te verdringen en niet te huilen.
‘Juffrouw Green, gaat het wel?’ vraagt meneer Rheims bezorgd.
‘Ja, dank u, het gaat prima,’ zeg ik, proberend overtuigend te klinken.
‘Hier, ga even zitten. Je ziet er niet lekker uit,’ zegt hij, terwijl hij zijn hand uitsteekt om me naar een stoel in de buurt te helpen.
Ik was van plan om het te doen, maar zodra ik zijn hand aanraak, voel ik vonken door mijn lichaam gaan.
O, nee. Dit kan niet gebeuren. Slechts één man heeft me ooit dit gevoel gegeven, en hij is er niet meer.
Ik draai me zonder iets te zeggen van hem af.













































