
Zijn kostbare bezit
“Als je denkt dat ik je hier als een vrijbuiter binnen laat lopen, heb je het goed mis,” zegt Owen terwijl hij op me neerkijkt.
Ik schraap mijn keel. “Wat wil je dan?"
Hij leunt met zijn hoofd naar me toe tot onze lippen vlak bij elkaar zijn. “Een kus."
Het leven van Taylor Walker is eenvoudig en ze is gelukkig met haar vriend, totdat er barsten in hun relatie komen. Ondertussen is haar nieuwe buurman, Owen Blake, koud, afstandelijk en allesbehalve vriendelijk. Vastbesloten om door zijn harde buitenkant heen te breken, botst Taylors nieuwsgierigheid met Owens behoefte op afstand. Maar wanneer onverwachte omstandigheden haar dwingen om op hem te vertrouwen, neemt hun dynamiek een spannende wending. Owen heeft zijn eigen voorwaarden om haar te helpen, waardoor Taylor vraagtekens zet bij alles wat ze dacht te weten over liefde en verlangen. Kan ze de vonken tussen hen aan, of zal ze zich eraan branden?
De nieuwe buurman
TAYLOR
Ik strompel de trap op naar mijn flatje, helemaal in gedachten verzonken. Na een lange werkdag ben ik doodop. Het enige waar ik naar verlang is mijn schoenen uitschoppen en in mijn bed kruipen.
Mijn gedachten zijn al thuis, bij mijn appartement—wanneer een scherpe stem mijn aandacht trekt.
“Kijk uit!”
Ik sta abrupt stil. Mijn hart bonkt in mijn keel.
Ik kijk up en zie mijn nieuwe buurman. Mijn nieuwe, knappe buurman.
Mijn adem stokt, en nog voor ik het kan tegenhouden, voel ik mijn wangen rood worden. Ik kan alleen maar hopen dat hij de plotse blos op mijn wangen niet opmerkt.
Ik heb hem al een paar keer gezien, maar de moed nog niet gehad om hallo te zeggen. In het restaurant waar ik werk praat ik de hele dag met vreemden—ik zou zelfs durven zeggen dat ik goed ben met mensen.
Maar er is iets aan zijn houding—zo beheerst, zo intens—waardoor hij moeilijk te benaderen lijkt.
Hij heeft kort haar, bijna militair kort, en intense blauwe ogen die onmogelijk te negeren zijn. In zijn nek heeft hij tatoeages die onder zijn shirt doorlopen.
Van dichtbij ziet hij er zelfs nog heter uit!
Ik zet een stapje achteruit om wat ruimte tussen ons te creëren.
Ik schraap mijn keel en steek mijn hand uit, waarna ik vriendelijk naar hem glimlach. “Hoi, ik ben Taylor Walker,” zeg ik, in een poging hem welkom te heten zonder me belachelijk te maken. En jij bent?”
Hij kijkt me aan alsof ik het laatste ben waar hij zich mee bezig wil houden.
“Geïrriteerd,” bromt hij, terwijl hij langs me heen de trap op beent.
Eens binnen in mijn appartement neem ik mijn post door.
“Rekeningen. Rekeningen. Rekeningen,” mompel ik in mezelf.
Die bewaar ik wel voor later. Nu heb ik eerst een kop koffie nodig voordat ik me klaarmaak voor mijn date met Elliot.
Ik ben verslaafd aan koffie. Ik heb minstens vier koppen per dag nodig, en dat is op een goede dag.
Terwijl ik koffie zet, pak ik een wegwerpbeker.
Ik vraag me af of het wel een goed idee is om koffie te maken voor een buurman die ik amper ken, maar na dat ongemakkelijke moment op de trap wil ik graag de lucht klaren.
Ik vraag me af of hij er suiker of melk in wil. Hij lijkt me het soort kerel dat zijn koffie zwart drinkt.
Ik bijt nerveus op mijn lip terwijl ik mijn appartement uitkom.
Ik schraap mijn keel en klop op zijn deur.
Geen antwoord.
Ik klop nog een keer.
“Wat moet je verdomme?” brult hij, terwijl hij de deur met een ruk opentrekt.
Mijn hart slaat een slag over—misschien komt het door die intense blauwe ogen, die dwars door me heen lijken te kijken.
Ik geef hem een geforceerde glimlach en probeer mijn zenuwen te verbergen.
“Ik wilde je gewoon officieel welkom heten in het gebouw,” zeg ik, terwijl ik hem de koffie overhandig.
Hij neemt een trek van zijn sigaar en bekijkt me van top tot teen.
“Ben je hier voor de seks?”
Ik ben zo verbouwereerd dat ik nauwelijks uit mijn woorden kom.
“Wat? Nee!” roep ik bijna uit.
Hij grinnikt om mijn reactie.
“Dat dacht ik al.” Hij maakt aanstalten om de deur te sluiten.
“Wacht. Vertel me op z'n minst je naam,” dring ik aan, niet van plan om op te geven. Ik leg mijn hand op mijn borst om het wat dramatischer te maken. “Zeg me niet dat zo'n grote vent als jij bang is voor een klein vrouwtje als ik.” Ik kan het niet laten hem een beetje te plagen.
Ik ben nog geen meter zestig lang, en hij is zeker ruim een meter negentig. Hij is als een reus.
Hij pakt de koffie van me aan.
“Ik ben nergens bang voor. Bedankt voor de koffie, schatje.” Dan slaat hij de deur hard in mijn gezicht dicht.
Dat is de druppel!
Hij kan niet zomaar mijn koffie aannemen en mijn vraag niet beantwoorden.
Ik klop weer op zijn deur, harder deze keer.
“Laat me godverdomme met rust!” gromt hij boos terwijl hij de deur weer openrukt.
Ik schud mijn hoofd en blijf koppig staan.
“Niet voordat je me je naam vertelt. Dat is het minste wat je kunt doen.”
“Jij gaat me echt niet met rust laten, hè?” zegt hij vermoeid. “Owen Blake. En nu ophoepelen!”
De deur slaat weer met een klap dicht.
Ik kan een grijns niet onderdrukken terwijl ik terug naar mijn appartement loop. Ik voel me alsof ik gewonnen heb, en nu ken ik de naam van mijn nieuwe buurman: Owen Blake.
Ik drink mijn koffie in één teug op en ren naar de badkamer voor een snelle douche.
Elliot en ik zijn al meer dan een jaar samen. Hij wil dat ik bij hem intrek, maar ik ben nog niet klaar om mijn zelfstandigheid of mijn appartement op te geven.
Na mijn douche staar ik naar mijn kleerkast en vraag me af wat ik aan moet trekken. Ik kies mijn groene avondjurkje en zwarte hakken. Ik breng slechts een vleugje lichte make-up aan.
Mijn telefoon gaat over in de keuken en ik zie dat het Elliot is. “Hoi, Elliot.”
“Hoi, lieverd. Ik vind dit echt vreselijk, maar ik moet onze date uitstellen. Er is een probleem op het werk.”
Ik zucht. Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt—er komen de laatste tijd steeds vaker problemen voor op het werk.
“Ik zou in plaats daarvan morgen langs kunnen komen,” biedt hij aan.
“Oké.”
“Het spijt me echt, maar ik moet gaan. Ik zie je morgen.” Hij hangt op nog voor ik zelfs maar gedag kan zeggen.
Ik heb me helemaal voor niets opgedoft.
Ik moet mijn hoofd leegmaken.
Ik grijp mijn jas en ga naar boven naar het dak. Het is mijn favoriete plek om na te denken.
Zodra ik daar ben, staar ik naar de lucht. De maan is vol en prachtig vanavond.
Een geluid trekt mijn aandacht, en wanneer ik me omdraai om te kijken wat het is, schrik ik me een hoedje bij het zien van een schaduw vlakbij.
“Rustig maar, schatje. Ik ben het maar.” Owen grijnst terwijl hij naar me toe loopt.











































