
De Zangvogelserie Boek 1: Het zangvogeltje
Lennie dacht dat ze haar liefdesverdriet dat ze in haar kleine stadje had opgelopen, achter zich had gelaten. Maar na een ongelukkige ontmoeting is hij daar ineens weer: Colton Hayes. De eerste jongen op wie ze ooit verliefd was... en de eerste die haar hart brak. Ze is teruggekomen voor een nieuwe start, niet voor een herhaling van wat ooit was. Maar haar hart? Dat doet niet wat ze wil. Terwijl herinneringen zich vermengen met haar huidige gevoelens, moet Lennie beslissen of oude wonden kunnen leiden tot een nieuw begin. Het lot lijkt zijn eigen plannen te hebben – en Colt weet nog steeds hoe hij haar hart kan overhalen te voelen wat ze had gezworen nooit meer te voelen.
Geboortegrond
LENNIE
“Len, schat, kom op. Het was een ongelukje.”
Ik drukte mijn ogen stijf dicht en kneep in de brug mijn neus. “Nee, Brad. Een rekening vergeten te betalen is een ongelukje. Mijn beste vriendin zwanger maken is een reeks bewuste keuzes.”
“Wat moet ik dan doen, Lennie?! Ik kan de huur niet in m'n eentje betalen! Dat weet je! Jij wilde per se dit huis, niet ik!”
“Misschien had je daar eerder aan moeten denken, voordat je JE LUL IN MIJN BESTE VRIENDIN STAK!”
Shout-out naar de oude dame aan de overkant die me ongetwijfeld gehoord had.
Niet bepaald een geweldige eerste indruk hier, Len. Briljant.
Ik zou echt weer moeten wennen aan het leven in een dorp in Georgia.
“Ik kan niet geloven dat je zomaar weg bent gegaan, na alles wat we samen hebben meegemaakt...”
“Ik ben niet zomaar weggegaan, Brad. Ik zei toch dat ik Maggie deze zomer ging helpen met de bed & breakfast? En ik heb je betrapt in bed met Ellie... dáárom ben ik verhuisd. Zie je het verband dan echt niet?”
“Lennie...”
“Brad, ik moet gaan. Ik heb...” Bedenk iets, Lennie, snel. “Een sollicitatiegesprek...”
Wat? Ik schudde mijn hoofd om mijn paniekerige antwoord. Lekker bezig, Len.
“Wat is er gebeurd met de bed & breakfast? Waarom heb je nog een baan nodig?”
“Gaat je niks aan. Dáág, Brad. Succes met de baby en zo.”
“Lenore, niet ophangen.”
“Wat? Sorry, ik hoor je niet. Slechte verbinding hier. Doei!”
Oké, misschien had ik geen sollicitatiegesprek, maar mijn ex hoefde dat niet te weten.
Ik, Lennie Tyler, was nu officieel single en klaar om... naar de dichtstbijzijnde bruine kroeg te gaan en mijn verdriet te verdrinken in een emmer whisky. Of wat de mensen hier tegenwoordig ook maar deden. Ik was vertrokken toen ik achttien was. Ik had geen flauw idee.
Het vreemde was dat ik niet eens zo verdrietig was om Brad. Meer geïrriteerd. Ik was al lang geleden gestopt met onze relatie door een roze bril te zien.
Bradley Richards was niet de man met wie ik oud zou worden. Ik wist het, hij wist het. Eerlijk gezegd waren we meer uit gemak gaan samenwonen, dan omdat we stapelgek op elkaar waren.
We waren vijf jaar samen geweest. Ik was drieëndertig. Ik werd er niet jonger op, dus... waarom niet proberen, toch?
Fout. Heel erg fout.
Dames: Forceer dit soort dingen niet... en neem geen genoegen met minder dan je verdient. Het is het niet waard. Je zult je ellendig voelen en op een dag kom je thuis van je werk om hem in bed aan te treffen met je zogenaamde beste vriendin. En al die alarmbellen in je hoofd die zeiden dat hij niet de ware was? Die worden dan opeens oorverdovend luid.
Eerlijk gezegd was de enige reden dat hij nu boos was, omdat mijn vertrek betekende dat hij alleen de huur moest betalen voor het nieuwe tweekamerappartement in Nashville, waar we net een nieuw huurcontract voor hadden getekend.
O shit. Dat stond op mijn naam. Niet vergeten om zo snel mogelijk mijn advocaat te bellen.
Ik weet wat je denkt, maar maak je geen zorgen. Ik was niet dat meisje dat naar huis vluchtte omdat haar ex vreemdging. Het kwam eigenlijk wel goed uit.
Mijn tante Maggie beheerde de bed & breakfast in Snyder, Georgia, die al generaties lang in de familie zat. Snyder was geen gat, maar ook niet groot.
We hadden drie stoplichten in de hoofdstraat, een paar restaurants en natuurlijk wat kleine kroegen, en we lagen dicht genoeg bij grotere steden in Georgia dat de bed & breakfast al jaren een succesvol familiebedrijf was.
Mijn ouders runden het een tijdje, voordat ze hun eigen zaak openden in een of ander pensionado-stadje in Florida. Ik zou je de naam niet eens kunnen vertellen. Mijn ouders en ik waren niet echt close. Nooit geweest ook. Zelfs als kind moest ik mijn best doen om hun aandacht te krijgen. In feite werd ik aan mijn lot overgelaten zodra ik mijn eigen ontbijt kon klaarmaken.
Mijn tante Maggie was het jongste zusje van mijn moeder, twintig jaar jonger. Ze was een echte nakomeling en maar twaalf jaar ouder dan ik.
Ze leek meer op mijn oudere zus dan op mijn tante en in de zomer kwam ik terug om haar te helpen tijdens de drukke seizoenen – ook was het een geweldig excuus om het stadsleven even achter me te laten en een tijdje thuis te zijn.
Ik was dan wel verhuisd, maar in mijn hart zou ik altijd een plattelandsmeisje uit Georgia blijven. Je kunt het meisje wel uit het dorp halen, maar het dorp niet uit het meisje, zoals ze zeggen.
Maggies dochter, mijn nichtje Makayla, was net klaar met de middelbare school en maakte plannen om naar Nashville te verhuizen, zoals ik meer dan vijftien jaar geleden ook had gedaan, dus leek het een nog beter idee om in de zomer hier te zijn.
Hopelijk kon ik Makayla helpen om wat minder fouten te maken dan ik. Het was duidelijk dat ik er een waslijst aan had gemaakt.
Ik was naar de wereldhoofdstad van de countrymuziek verhuisd met grote dromen, maar zonder een goed plan om ze waar te maken. Ik wist dat ik wilde zingen, maar meer dan dat, wilde ik liedjes schrijven, en ik wist dat Nashville de beste plek was om dat te doen.
Ik kreeg een baan als serveerster in het beroemde Bluebird Café, kreeg een kans het podium, en zong de longen uit mijn lijf tijdens een open mic-avond. Een kleine drie weken later had ik een contract als songwriter bij een groot platenlabel. Vergeleken met anderen had ik niet heel hard hoeven werken om opgemerkt te worden door de muziekindustrie, maar dat maakte me alleen maar zekerder. Liedjes schrijven was mijn roeping. Het was wat ik moest doen.
Ik had de afgelopen tien jaar hitsingles geschreven die op de countryradio te horen waren, een paar prijzen gewonnen en een aardig centje verdiend. Ik werkte graag achter de schermen, hoewel ik ook af en toe op het podium had gestaan.
Mijn eigen band, The Chasers, was nooit erg beroemd geworden. We deden een paar tournees als voorprogramma, hadden bescheiden hits, maar speelden vooral in Nashville en de omliggende steden. Het was prima zo en ik was er niet rouwig om.
Na het tekenen van mijn contract, realiseerde ik me dat schrijven toch echt was waar ik in uitblonk, en het mooiste was dat ik overal kon schrijven, zelfs vanuit een kleine bed & breakfast in Snyder, Georgia.
Deze middag zou ik mijn jeugdvriendin Cora ontmoeten in Snyders populairste bar, Culprits. Haar familie was de eigenaar, en zelfs toen we kinderen waren gingen we vaak hier naartoe. Cora was lerares, maar nu de zomervakantie vorige week was begonnen, was ze meestal vrij, afgezien van wanneer ze hielp in de bar. Hoewel ik vermoedde dat ze het om twee uur op een dinsdagmiddag niet heel erg druk zou hebben.
Het was precies het soort kleine, smoezelige bar die je je voorstelt, en dat was juist een van de redenen waarom mensen er dol op waren. Je hoefde je niet op te tutten, en je hoefde niet te doen alsof je iemand anders was dan jezelf.
Iedereen was welkom, ongeacht hun situatie. Ze organiseerden zeker twee avonden per week karaoke, en je kon een emmer biertjes kopen voor tien dollar. Veel beter werd het niet in het zuiden.
Ik liep naar binnen en voelde me meteen beter toen de koele airco op mijn bezwete huid blies. Het was nu al heet in Georgia, en het was pas half mei. Er zaten een paar mensen verspreid door de zaak en er stond iemand achter de bar, maar Cora was er nog niet, dus liep ik naar mijn favoriete speeltje in de bar, de jukebox.
Ik voelde de mensen naar me kijken alsof ik een mysterieuze verschijning was. Ik wist uit ervaring dat er niet zomaar nieuwe gezichten in Snyder opdoken, en voor deze mensen was ik nieuw. Hoewel ik misschien aan aantal van de bewoners kende toen ik jonger was, zouden ze me nu waarschijnlijk niet meer herkennen. Maar ik was eraan gewend dat mensen naar me keken, dus deed ik mijn best om gewoon te glimlachen en ze te negeren.
“Kan ik je iets voor je inschenken, schat?” vroeg de knappe, donkerharige dame achter de bar.
Ik glimlachte breed. “Doe maar wat water. Ik wacht nog op iemand.”
“Komt eraan.”
Ik luisterde naar het geroezemoes en de praatjes in de bar terwijl ik de liedjes op de jukebox bekeek. Mensen hadden het over de gebruikelijke dorpse dingen, het weer, de landbouw, wanneer het zou gaan regenen. Alles wat je hoort als je een gezellige dorpsbar binnenloopt, waar dan ook. Ik kon niet anders dan glimlachen. Het was zo anders dan Nashville, zo ongecompliceerd, en eerlijk gezegd miste ik altijd de eenvoud van dit leven als ik er niet was.
Een minuutje later stond er een glas water met ijs op het kleine tafeltje naast me. De condens druppelde al langs de buitenkant.
“Pas op hoor,” waarschuwde de barvrouw met een knipoog. “Ze kunnen hier nogal kieskeurig zijn over de muziek.”
Ik lachte vriendelijk. “Maak je geen zorgen. Ik hou van liedjes die iedereen blij maken.”
“Als je maar niet die popmuziek van de radio kiest, dan laten ze je misschien leven.”
Ik lachte hard. “Dat zal ik ze niet aandoen, erewoord.”
Zodra Randy Travis' countrystem door de speakers klonk, klonk er een geïrriteerd gekreun door de bar. Ik keek verward om me heen.
“Hebben jullie iets tegen Randy Travis?”
De barvrouw grijnsde naar me alsof ze iets wist wat ik niet wist. “Het ligt niet aan ons, schat.”
Alsof hij vanuit de krochten opgeroepen werd, hoorde ik het geluid van zware laarzen naderen over de houten vloer. Het volgende moment verscheen er een lange, donkerharige, werkelijk boos uitziende man, die zonder naar me te kijken recht op de jukebox afliep en de stekker uit het stopcontact rukte.
“Allejezus. Voor de laatste keer! GEEN. RANDY.”

















































